Situatie Utrecht: Eens een hoer, Altijd een hoer

Alle door de prostituees geuite bezwaren m.b.t. registratie worden nu bewaarheid. Raamprostitutie is nu opgeheven in Utrecht. Daarmee zou ook ogenblikkelijk de registratie van voormalige Utrechtse prostituees moeten komen te vervallen. Ze zijn immers geen prostituee in Utrecht meer.
Maar dat is, zoals prostituees van te voren reeds dachten, geenszins het geval. Op basis van de registratie worden de gangen van voormalige Utrechtse prostituees nu gevolgd en gemonitord. En dat is niet het enige..

Via de ondoorgrondelijke wegen van de bestuurlijke rapportage zijn alle Utrechtse exploitanten gelinkt aan mensenhandel. Hierdoor zijn ALLE prostituees die aan het Zandpad werkten in de publieke opinie gebrandmerkt als potentieel mensenhandelslachtoffer. Omdat alle prostituees tevens geregistreerd waren zal dit brandmerk aan hen blijven kleven zolang er ergens nog een kopietje van het Utrechtse prostititieregister terug te vinden is in een bijlage van bestuurlijke rapportage.

Het Utrechtse registratiesysteem heeft prostituees dus inderdaad levenslang gebrandmerkt als hoer en potentieel mensenhandelslachtoffer. Voormalige Utrechtse prostituees worden vanwege hun registratie nu gevolgd door de overheid. Niet alleen wanneer ze in een andere gemeente als seksueel dienstverlener aan het werk gaan, maar ook als ze gewoon op een vliegtuig richting het thuisland stappen.

Het in het Utrechtse register geregistreerde brandmerk van potentieel mensenhandelslachoffer maakt het voor burgers die een legaal beroep beoefenen zeer moeilijk om elders werkruimte te vinden. En dat terwijl ze nota bene uit dat Utrechtse register geschrapt hadden moeten worden op het moment dat ze (gedwongen) hun Utrechtse werkplek opgaven.

Maak die dames maar eens wijs dat ze in Nederland een legaal beroep hebben beoefend. Nee, alle van te voren geuite bezwaren rond de registratie van prostituees word nu bewaarheid. Om diezelfde reden heeft de Senaat als voorwaarde gesteld voor het aannemen van het WRP wetsvoorstel dat de registratie (en de vergewisplicht) daaruit geschrapt moesten worden.

Maar de openbaar bestuurders, verenigd in de ‘taskforce mensenhandel’, vegen hun reet af met hoe de volksvertegenwoordigers in de 1e kamer der Staten Generaal over de registratieplicht oordelen. Hierdoor ontstaat de volgende situatie: iedere seksueel dienstverlener die zich in het kader van een APV laat registreren als prostituee zal levenslang met naam, toenaam en BSN genoteerd staan in de bijlagen van uiterst geheime bestuurlijke rapportage.

Gemeenten weten allang meer van elkaar dan alleen langs de formele weg wordt gecommuniceerd.
Openbaar bestuurders zitten immers onderling te konkelen in niet staatsrechtelijk erkende organen als de ‘taskforce mensenhandel’. Hierdoor hebben democratisch verkozen volksvertegenwoordigers daar geen enkel zicht op. Sterker nog: er is geen volksvertegenwoordiger (gemeenteraadslid) die inzicht eist opdat hij zijn staatsrechtelijke controlerende taak naar behoren kan uitvoeren.

Daarnaast hoort ook het College bescherming persoonsgegevens aan de bel te trekken over het feit dat er momenteel geen raamprostitutie te vinden is in Utrecht, maar dat het daaraan gekoppelde prostitutieregister nog steeds de gegevens bevat van burgers die daar (overduidelijk) niet meer als prostituee werkzaam zijn. Sterker nog: die gegevens worden actief gebruikt om voormalige Utrechtse prostituees te traceren en te monitoren. Voormalig Utrechtse prostituees kunnen zich vanwege de registratie dus niet meer anoniem bewegen in een vrije democratische rechtstaat.

Om seksueel dienstverleners nog enig geloof in de democratische rechtstaat te laten houden dient het parlement zo spoedig mogelijk de Minister van Binnenlandse Zaken de opdracht te geven de gemeenten terug te fluiten inzake het opnemen van dergelijke privacy schendende regelgeving in de APV.

Door: SlowWalker

---